Toont alle 3 resultaten
Pijnen en hun oorzaak
Pijn is een sein(tje) van het lichaam dat aangeeft dat ergens iets mis is. We geven een paar voorbeelden van veel voorkomende pijnen en hun oorzaak:
- Hoofdpijn kan het gevolg zijn van een kater, veel roken, (over)vermoeidheid, migraine, spanning of op reis te weinig drinken. Een hersenschudding of een gezwel kan ook de oorzaak zijn.
- Kiespijn ontstaat door irritatie van tanden en kiezen door kou of hitte, zenuwontsteking of cariës.
- Buikpijn. Bij volwassenen is soms de oorzaak de menstruatie, buikkramp of nervositeit. Maar ook ontstekingen komen voor: darmontsteking, ‘blinde darm’. Kleine kinderen kunnen hun pijnen niet benoemen en duiden zelfs pijn in het hoofd of bij het tanden krijgen als ‘buikpijn’ aan.
- Spierpijn: treedt op nadat spieren te lang zijn belast of ongewone arbeid hebben moeten verrichten, of ontstaat ten gevolge van temperatuursveranderingen, wind, tocht of een verkeerde lichaamshouding. • Koliekpijn is een plotselinge aanval van hevige pijn, bijv. ten gevolge van nier- of galstenen.
Veel van de genoemde pijnen reageren gunstig op lichtere of steviger pijnstillers. Er zijn ook pijnen die met pijnstillers niet overgaan: voorbeelden zijn migraine en angina pectoris of hartkramp.
Omgaan met de beleving van pijn
Pijnstillers kunnen natuurlijk wel de pijn, maar niet de oorzaak êrvan bestrijden. Zelfs als deze bekend is, is het lang niet altijd mogelijk om uw leefwijze zo aan te passen dat een herhaling van de pijn uitblijft. U zult zelf moeten bepalen of u die pijn steeds met een geneesmiddel het zwijgen wilt opleggen. Bedenk dat elke vreemde stof die u in uw lichaam stopt door uw lever en/of nieren moet worden uitgescheiden. Normaal vormt dat geen probleem, maar overdreven gebruik van pijnstillers samen met bijv. behoorlijke hoeveelheden alcohol kan de lever (te) zwaar belasten.
Zelfs bij ‘kleine pijnstillers’ als bijv. paracetamol is het gevaar van gewenning of gewoontevorming aanwezig, waardoor het gevaar bestaat dat bij al te regelmatig gebruik meer van het middel moet worden genomen om hetzelfde effect te bereiken.
Als de pijn na het gebruik van een pijnstiller snel terugkomt, is het verstandig een arts te raadplegen. Is de pijn na het innemen van een pijnstillend middel blijvend verdwenen, dan was de pijn ook vanzelf wel overgegaan; mogelijk wat minder snel.
Spierpijn met medicijnen bestrijden is niet zo verstandig. De spieren zijn gewoon aan rust toe en geven dat luid te kennen. Het middel kan dan erger dan de kwaal zijn.
De “lichte” pijnstillers
Van de geneesmiddelen die zonder recept verkrijgbaar zijn wordt de grootste groep gevormd door de “lichte” pijnstillers. Door de veelheid aan merkpreparaten bestaat het risico dat de doorsneeslikker door de bomen het bos niet meer ziet. Of pijnstillers nu worden aanbevolen tegen kies-, gewrichts- of menstruatiepijnen, de erin verwerkte stoffen zijn steeds dezelfde. Daardoor kunt u meestal volstaan met het in huis hebben van één algemene pijnstiller, want een ‘middel tegen hoofdpijn’ helpt net zo goed tegen kiespijn!
Bekijkt men deze pijnmiddelen, dan komt men in hoofdzaak drie stoffen tegen: paracetamol, ibuprofen en acetosal. Al deze stoffen zijn ook in enkelvoudige merkloze produkten te koop (enkelvoudig wil zeggen: één werkzame stof bevattend). Ze zijn even goed en steeds aanmerkelijk goedkoper dan de merkprodukten. Paracetamol en acetosal komen ook in allerlei combinaties voor, speciaal in ‘griepmiddelen’. Het enige wat ze doen is de pijn bestrijden en de koorts verlagen. Tegen griep zelf helpen deze middelen dus allerminst; de duur van de ziekte wordt niet bekort.
Het is waarschijnlijk dat combinatiepijnstillers op den duur risico’s voor de nieren opleveren. Bovendien zijn ze duurder dan enkelvoudige stoffen, terwijl ze niet beter werken.
Enkelvoudige pijnstillers
Pijnstillers met paracetamol
Paracetamol (sinds 1893 in de handel, sinds 1970 pas algemeen toegepast) werkt pijnbestrijdend en koortsverlagend. Mensen die bloedverdunnende middelen slikken kunnen het veilig gebruiken. Het veroorzaakt geen maagklachten; daarentegen kan bij overmatig gebn” (10-20 tabletten per dag) een onherstelbare beschadiging van de, ver optreden die de dood ten gevolge heeft. Toch vinden wij deze sta het veiligste pijnstillende middel in de groep van de ‘kleine’ pijnstillers. De volgende vormen zijn verkrijgbaar:
Tabletten:
- Paracetamol (diverse fabrikaten) Hedex
- Hedex° bruis
- Panado/
- Zwitsaletten in capsules als Momentum
Er zijn ook paracetamol/coffeinetabletten (Finima); daarin treft men naast 500 mg paracetamol nog 50 mg coffeine aan. De voordelen van coffeïne wegen niet op tegen de bezwaren (nier- en maagklachten).
Pijn en stemming zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden: genees- en andere middelen die de stemming verbeteren, verminderen vaak tegelijkertijd de pijn. Omgekeerd voelt u pijn veel eerder wanneer u om de een of andere reden niet ‘lekker in uw vel zit’. Psychische oorzaken van pijn zijn heel normaal en hebben met ‘aanstellerij’ niets te maken.
Kindertabletten met paracetamol worden o.a. in de handel gebracht door de Samenwerkende Apothekers.
Zetpillen: De zetpilvorm kan voordelen hebben boven tabletten, bijvoorbeeld bij misselijkheid.
Op handelsverpakkingen treft u meestal lagere doseringen aan dan die welke de huisarts adviseert.
Drank: Er is ook paracetamoldrank (Finimal®); voor kinderen is zo’n fles gevaarlijk: de inhoud kan in een onbewaakt ogenblik worden opgedronken waardoor een levensbedreigende situatie ontstaat.
Pijnstillers met ibuprofen
De stof ibuprofen is van oorsprong een reumamiddel dat is vrijgegeven voor vrije verkoop als pijnstiller. Het werkt ook koortsverlagend en ontstekingsremmend. Ibuprofen is vermoedelijk effectiever tegen menstruatiepijn dan paracetamol. We kennen:
- Advil
- Antiruggine
- Femapirin
- lbuprofendragees 200 mg (o.a. Samenwerkende Apothekers)
- Nerofen
Er zijn ook sterke dragees met 400 mg ibuprofen (Samenwerkende Apothekers) verkrijgbaar.
Het pijnstillend effect van 200 mg ibuprofen komt overeen met 500 mg paracetamol. Ibuprofen mag echter niet worden geprobeerd als men acetosal (hieronder besproken onder 3) slecht verdraagt: mensen die overgevoelig zijn voor acetosal zijn dat soms ook voor ibuprofen en omgekeerd. Ibuprofen mag niet worden gebruikt door kinderen jonger dan 12 jaar. Mensen die bloedverdunnende middelen gebruiken kunnen dit meestal wel met ibuprofen combineren.
Ibuprofen helpt sommigen beter dan paracetamol. De prijs is ongeveer twee keer zo hoog.
Pijnstillers met acetosal
Acetosaltabletten 500 mg (Merknaam: Aspirin). Carbasalaat (Ascal%) is een verbinding van acetosalcalcium met ureum. Het is makkelijk oplosbaar. Als het opgelost in een glas Pa(er wordt ingenomen heeft het dezelfde werking als acetosal, maar het is minder schadelijk voor de maag. Verkrijgbaar als sachets (poeder in zakjes) en poeders.
Sterkere pijnstilers: de reumamiddelen
Bij ergere pijn, zoals bij reumatische klachten, komt u al gauw bij de arts terecht. Deze is dan eigenlijk aangewezen op twee groepen pijnstillers, te weten die op basis van afgeleiden van acetosal en de middelen, afgeleid van allerlei andere verbindingen. Die laatste groep heet NSAID’s.
Als bijwerkingen worden nogal eens maagklachten, misselijkheid en braken waargenomen. Soms kan de ontlasting zwart worden gekleurd door bloed. Duizeligheid of oorsuizen kan wijzen op een te grote inname van acetosal; de dosering van deze stof moet dan worden teruggeschroefd. In dit soort gevallen moet natuurlijk dadelijk contact met de arts worden opgenomen. De groep van de NSAID’s is zeer groot en omvat o.a. de volgende preparaten:
- Advil en Bruten (ibuprofen)
- Butazoldin Alka (fenylbutazon)
- Clinoril (sulindac)
- Dolazol (indometacine)
- Dometin (indometacine)
- Feldene (piroxicam)
- Fepron (fenoprofen)
- Froben (flurbiprofen)
- lbosure (ibuprofen)
- lbumetin (ibuprofen)
- Indocid (indometacine)
- Mirvan (alclofenac)
- Naprosyne (naproxen)
- Naxenil (naproxen)
- Nerofen (ibuprofen)
- Orudis (ketoprofen)
- Oscorel (ketoprofen)
- Prolixan (azapropazon)
- Rengasil (pirprofen)
- Surgam (tiaprofenzuur)
- Tolectin (tolmetine)
- Voltaren (diclofenac)
De laatste tijd wordt Voltaren (diclofenac) bij gal- en niersteenkoliekpijn gebruikt.
De balans tussen veiligheid (bijwerkingen} en effectiviteit is bij deze drie middelen redelijk gunstig en er is veel ervaring mee opgedaan. Oxyfenbutazon en fenylbutazon daarentegen hebben ernstige bijwerkingen en worden alleen nog in heel bijzondere gevallen toegepast. Bij veel van de hierboven bij de ‘sterkere pijnstillers’ genoemde preparaten kan men bijwerkingen verwachten als maagpijn, misselijkheid en braken. Ook ziet men nogal eens duizelingen, huiduitslag en jeuk door overgevoeligheid.
De “zware” pijnstillers
Bij pijnen die worden veroorzaakt door operaties, ernstige letsels, gezwellen en ernstige krampen (galstenen, nierstenen) komt men met de vrij verkrijgbare pijnstillers (die ook veelvuldig op recept worden voorgeschreven) niet uit.
Naarmate de pijnen erger zijn zullen sterker werkende middelen moeten worden gekozen. Een nadeel kan zijn dat deze middelen meer bijwerkingen hebben. Er moet dus een goede afweging plaatsvinden van deze medicatie.
Gewoonlijk wordt het volgende patroon gevolgd. Zolang het kan neemt men eerst zijn toevlucht tot een combinatie van 500 mg paracetamol of 600 mg carbasalaat met minimaal 30 mg codeïne. Van zo’n combinatie kan men 4-6 maal per dag gebruik maken. Codeïne, toegevoegd aan paracetamol of carbasalaat, veroorzaakt een versterkte pijnbestrijding, maar kan als bijwerking verstopping geven; deze moet worden opgeheven met laxeermiddelen.
Geven deze combinaties onvoldoende resultaat, dan wordt overgegaan op een min of meer verdovende pijnstiller. Veel middelen uit deze groep zijn van opium afgeleid en onderdrukken niet alleen op krachtige wijze de pijn, maar hebben ook verslavende eigenschappen. Dat wil zeggen dat men steeds meer van het middel nodig heeft om hetzelfde pijnstillende effect te krijgen. Bijwerkingen: onderdrukking van de ademhaling, misselijkheid, lage bloeddruk, sufheid en verstopping. De arts kan kiezen uit een groot aantal preparaten.
Centraal staat morfine, evenals codeïne, een van de bestanddelen van opium. Het werkt aangenaam pijnstillend, omdat de gebruiker een prettige ‘roes’ ondergaat. De versuffende eigenschappen zijn sterk. De kans op verslaving is groot; vandaar dat het meestal alleen in het eindstadium van kanker wordt toegepast. Tegenwoordig wordt het behalve als injectie veelal in de vorm van langwerkende tabletten toegepast onder de merknaam MS Contin. Deze zijn verkrijgbaar in verschillende sterkten. Voordat morfine wordt gebruikt, wordt meestal eerst FortraP (pentazocine) geprobeerd. De hoofd- en bijwerkingen van dit middel zijn minder dan van morfine.
Bij plotseling optredende hevige pijn die met sterke krampen gepaard gaat, zoals gal- en niersteenkoliek, wordt soms nog pethidine gegeven. De arts zal het meestal eerst met het hierboven bij de reumamiddelen besproken Voltaren® (diclofenac) proberen, omdat dit ook goed blijkt te voldoen en minder bijwerkingen geeft.
Andere middelen die veel worden toegepast bij zware pijnen zijn fentanyl (kortwerkende injectie, niet geschikt voor langdurig gebruik), Symoron (methadon, langer werkend dan morfine) en Vilan° (over het algemeen wat minder bijwerkingen dan morfine en langer werkend). Belangrijk is het te weten dat men bij de bestrijding van hevige pijnen de ‘pijn voor moet zijn’, d.w.z. men moet de dosering zo instellen dat voordat de vorige hoeveelheid van het middel is uitgewerkt, een voldoend hoge volgende dosering wordt gegeven.